Via Hamburg naar Safranbolu
We gaan richting Safranbolu, een van de hoogtepunten van Turkije volgens de Lonely Planet. We kamperen daar op een terrein naast een hotel. Het hotel gebruikte voorheen het schoolplein als kampeerterein, dit is tegenwoordig bij wet verboden, dus ze hebben nu zelf een stuk grond gekocht. Helaas hebben ze dit alleen voor campers en caravans ingericht, waardoor alles verhard is (en een ondergrond van kiezels vinden wij niet zo fijn:-) ). Achterin is wel een soort houten overkapping met zeil op de vloer. Onze tent pas er redelijk op en we halen een paar spijkers uit de overkapping die we vervolgens gebruiken om de tent vast te timmeren in de vloer. Uiteindelijk staat de tent best behoorlijk, alleen als het begint te regenen blijkt het afdak niet waterdicht en stroomt het water over de vloer. We moesten trouwens de weg oversteken om van het toilet en douche van het pension te kunnen gebruiken.
De volgende dag bekijken we met bepakte fiets de bezienswaardige Ottomaanse huisjes. Aan de vele winkeltjes te zien moet het hier in het hoogseizoen stervens druk zijn, nu zien we bijna niemand. Iedereen groet ons en is erg geïnteresseerd.
Voordat we in Safranbolu aankwamen, hebben we overnacht in Karasu, Akcakoca en Devrek. De eerste twee liggen aan de Zwarte Zee. Karasu is echt een badplaats, maar omdat het seizoen afgelopen is zitten de meeste pensions vol met studenten. We mogen bij een pension echter wel onze tent in de achtertuin opzetten. De fietsen mogen in een afgesloten ruimte. Dit blijkt vervolgens gewoon een (verouderde) kamer, maar omdat onze tent intussen al staat besluiten we niet te vragen of we deze kamer niet gewoon kunnen gebruiken om te slapen.
De dag erop hebben we wel een ‘echte’ camping: camping Hamburg. De route loopt langs de kust van de Zwarte Zee. Normaal verwacht je dan een redelijk vlakke route, maar dat is hier compleet niet het geval. Heuvel op en af en daarbij begint het ook te plenzen.
We komen doorweekt op de camping aan, de eigenaar doet heel amicaal en wil dat we in zijn pension komen slapen. Hij geeft aan dat hij een warm hart heeft en ons niet buiten laat slapen. Als Angela vraagt wat dit kost, moesten we ons geen zorgen maken en hem zien als een vader, broer, etc. We vinden het eigenlijk allemaal wel prima en volgen hem naar de kamer. Deze blijkt ook wel erg spartaans. De douche is amper warm te krijgen (blijkt op zonne-energie te werken), maar hij heeft wel draadloos internet. ’s Avonds eten wij bij een vriend van hem die naast de camping een restaurantje heeft. Nou ja, eigenlijk meer een buurtkroeg, met aan de muur Efes kalenders met schaars geklede vrouwen (niet erg islamitisch) en als tafelkleed een paar oude kranten. Maar het eten is gelukkig lekker. De volgende ochtend blijken we toch twee keer zoveel voor de kamer te moeten betalen als voor de camping. Op zich geen probleem, maar in het vervolg willen we vooraf toch wel duidelijkheid hebben.
Deze duidelijkheid hebben we de volgende dag wel. We nemen een hotel met bubbelbad voor 100 TL (na afdingen, normaal 135 TL). Na een pittige dag fietsen en een behoorlijke klim hadden we dat wel verdiend. De afdaling die we na de klim zouden hebben viel erg tegen.
De weg die we zouden hebben was opgebroken en we moesten een flink stuk om, door kleine dorpjes. Op zich best leuk, maar vervelend dat er zoveel grommende honden telkens op ons afkwamen. Naast dat de route langer was, zorgen deze beesten ook voor extra vertraging. Uiteindelijk vonden we dit hotel toen het al donker werd.
Een knus plekje zo op de veranda!
Lekker knus plekje op de veranda!