Good Morning Vietnam
Doordat we minder dan een kilometer van de Vietnamese grens overnacht hadden, waren in no-time bij de grens. We zagen geen doorgang voor voertuigen, dus volgden we de vele voetgangers. In de rij werden we erop geattendeerd dat we nog een immigratieformulier in moesten vullen, maar dat stelde weinig voor.
Na de paspoortcheck, een stempel en alle tassen door de scanner gingen we een brug over waar halverwege een lijn getrokken was, de grens! Uniek dat het hier prima was om foto’s te maken.
De Vietnamese douane was nog makkelijker, er stond wel een scanner, maar toen we er langs liepen werd er compleet niet gereageerd. En dan zijn we echt in Vietnam. We zeggen nog even “Good Morning Vietnam” tegen elkaar (we hebben de film vier dagen ervoor in Nanning bekeken) en stappen op de fiets. In het grensplaatsje pinnen we 2.000.000 VND, we kopen een simkaart en echt Vietnamees brood (rozijnenbrood :-)).
Onderweg merken we al snel de eerste verschillen met China. De mensen zwaaien naar ons. Zeggen ‘ hello’. De toiletten bij de benzinepomp zijn schoner. Er zijn insecten! De luchtvochtigheid is een stuk hoger, maar het is er ook warmer. En we moeten opletten wat dingen kosten. Ons eerste flesje cola kost 10.000 VND (0,35 euro) maar op de volgende plek willen ze opeens het dubbele hebben. Mede door de verhalen van de Lonely Planet dat je geregeld opgelicht kan worden, zijn we een beetje paranoide. Na drie restaurantje afgeslagen te hebben (achteraf redelijk geprijsd) eten we uiteindelijk allebei twee broodjes omelet. Heerlijk! Wel sneu was dat het vrouwtje niet zo behendig was in het roosteren van de broodjes, zodat er uiteindelijk twee zwartgeblakerde opnieuw gemaakt moesten worden.
Aan onze overnachtingsplaatsen moeten we ook even wennen. We hebben een driesterrenhotel (250.000 VND – 9 euro), maar helaas is het verschil met China niet alleen een lagere prijs, maar ook een duidelijk lagere kwaliteit. Geen heerlijke stortdouche. En ze hebben last van vocht. Verder slapen we prima.
De volgende dag fietsen we naar de Ha Long baai. Het miezerige weer van China hebben we helaas ook in Vietnam, dus het mooie uitzicht van het Karstgebergte in de zee wordt ons door de mist ontnomen. We nemen een kamer met uitzicht op zee, met de hoop nog iets te kunnen zien, maar helaas… Moeten we morgen nu wel naar Catba-eiland gaan?
De volgende ochtend besluiten we toch naar de ferry te fietsen. We zijn er om 10:00u. Ondanks dat op internet staat dat de ferry elk uur zou gaan, is dit niet het geval. Op het vertrekbord staat wel 11.30u, maar alleen als er dertig passagiers zijn. Wij zijn met z’n tweeën, er zijn twee Zwitsers en er komt later nog een Belg. Dat betekent dat er nog 25 extra mensen moeten komen. De medewerkers geven al gelijk aan dat dat niet gaat gebeuren en dat we dus op de boot van 15.00u moeten wachten. Wel kunnen we een privéboot huren voor 1.000.000 VND (35 euro). We twijfelen om het eiland te skippen, maar besluiten uiteindelijk toch te wachten. We gebruiken de tijd om te kletsen, ik maak de sloten schoon (die werkten amper meer door het vele stof) en voor we het weten is het drie uur. De boottocht is schitterend en binnen 45 minuten zijn we op het eiland, waarna het nog 20 km fietsen is. Hier zitten een paar flinke klimmetjes in, maar de natuur is erg mooi.
Nu mag ik reageren!!!! Fijn dat ’t zo soepel liep allemaal!
Geniet maar fijn van Vietnam, heerlijk dat de mensen zo aardig zijn!!