Opschieten naar de grens
Doordat we twee dagen langer in Teheran zijn gebleven voor het Chinese visum en ook nog een dag terug moeten om ons paspoort op te halen, ‘verliezen’ we drie dagen om in Turkmenistan te komen. Omdat we de data van ons vijf dagen visum voor dit land hebben moeten vastleggen, betekent het opschieten in Iran. Dus geen rustige dagen van 70/80km en sightseeing.
Teheran uit fietsend nemen we een tunnel, die langer dan gedacht blijkt te zijn. Halverwege de tunnel moesten we namelijk linksaf. Het blijkt een hele toer om weer op de goede weg te komen. Een meneer helpt ons en staat er vervolgens op dat we hem volgen om thee te drinken. We geven aan dat we geen tijd hebben, maar daar heeft hij geen boodschap aan. Bij de eerste de beste eenrichtingsverkeersweg rijden wij tegen het verkeer in om hem kwijt te raken. Vervolgens gebruiken we de busbaan om de stad uit te komen. De weg blijft wel erg druk. Na verloop van tijd raken we het meeste verkeer en ook de smog van Teheran kwijt. De saaie weg gaat een soort kloof in, wat de route opeens toch weer leuk maakt. De rotsen hebben allerlei kleuren. Een stuk of vier keer stopt een man om foto’s van ons te maken. Uiteindelijk stapt hij uit en na een fotoshoot van vijf minuten belooft hij de foto’s te mailen (nog niets gezien 🙁 ).
Het laatste stuk gaat vlot en we zijn dan ook op tijd in Garmshar. Het duurt even voordat onze host (Hahsem) er is en dat betekent dat wij een kwartier lang een toeristische attractie zijn. Hij komt samen met een vriend en legt uit dat hij 12 km verder woont. De fietsen en spullen mogen in de auto, wat natuurlijk niet kan in een Peugeot 405. We fietsen vervolgens 15 km naar een gehucht. We zijn beiden een beetje wantrouwend, maar bij aankomst blijkt dat absoluut niet nodig. Hij woont samen met zijn actieve moeder van 74. We krijgen een enorme kamer en slapen als gebruikelijk op de grond.
Gedurende de avond komt zijn familie op bezoek. Zijn broer, werktuigbouwkundige, is helemaal lyrisch van onze fietsen. Hij mag van ons een paar rondjes fietsen 🙂 ). Aan het eind van de avond speelt de eerder genoemde vriend gitaar voor ons.
Hadden we de eerste dag meewind, blijkt het de tweede dag bikkelen tegen de wind in. We hebben een politiecontrole. Een man stapt uit een auto en laat zijn legitimatie zien. Hij vraagt naar onze paspoorten, maar deze kunnen we vanzelfsprekend niet laten zien. Nadat we onze kopieën en een bewijsje van de Chinese ambassade hebben laten zien, mogen we gelukkig door. Wanneer we in Semnan bij het busstation wachten op onze host, stopt er weer een auto voor paspoortcontrole. Deze keer komen we er helaas niet zo makkelijk vanaf (zie: Man in black en onze eigen Iraanse Zorro ).
We zijn in Semnan te gast bij een pas getrouwd stel. Zij zegt dat ze niet kan koken, dus halen ze pizza, patat, kip en cola. Heerlijk weer eens na al die Iraanse specialiteiten. Na het eten gaan we naar een heuse Iraanse ijssalon.
De volgende ochtend word ik om half zeven opgehaald door Hahsem om naar de Chinese ambassade te gaan. Hij stond erop dat hij me wilde brengen. Ik vond het natuurlijk super handig en gezellig, maar vond het eigenlijk overdreven dat hij zomaar even een kleine 700km (Garmsar-Semnan 120km (4x) en Garmsar-Teheran 100km (2x)) voor mij ging rijden. We kletsten wat, ik slaap wat en om 9.00u zijn we bij de ambassade. De visa zijn klaar, alleen is er een probleempje met de betaling. Een meneer regelt dit echter binnen een paar minuten voor me. Helaas krijgen we niet de gevraagde 180 dagen, maar wel 90 dagen (ook een unicum). Ik ontmoet nog een vriend van Hahsem, met wie we chocolademelk en taart nuttigen. Rond twee uur zijn we weer terug in Semnan.
De rest van de dag blijft hij bij onze hosts. We hebben een gezellige avond waarbij Angela haar beste vriendin aan hem uithuwelijkt :-). Ook zien we nog even snel de highlights van Semnan. Op het plein staat een vrachtwagentje met een dromedaris achterin. Vervolgens komt er ook een takelwagen. Wat blijkt: de dromedaris wordt zo meteen geslacht en dan is de takel nodig om het kadaver te verplaatsen. We hebben hier maar niet op gewacht…
De volgende dag is het weer vroeg op: om tijd te winnen proberen we twee dagen (180km) in een dag te fietsen. Het weer is ons goed gezind. We moeten een pas met bijna 1000m hoogteverschil bedwingen, maar we zijn al om 10.30u op de top. We redden het naar Shahrud en net na zonsondergang komen we aan bij het hotel. We bestellen beiden kip met rijst. Bij het opdienen blijkt het geen kippenkebab te zijn, waar we op hoopten. De ober ziet onze teleurstelling. We blijken het verkeerd besteld te hebben, maar krijgen alsnog kebab 🙂 ).
De volgende plaats met voorzieningen is 250 km verder. De eerste dag willen we het grootste gedeelte hiervan fietsen, maar we stranden na 100km bij een Red Crescent. Tegenwind en een lekke band zijn de oorzaak dat we niet verder komen. Eerst hebben ze binnen geen plek, maar mogen we kamperen en uiteindelijk mogen we toch binnen slapen. Wel moeten we onze paspoorten inleveren. Het blijkt een tijdelijke Red Crescent naast een ambulance-post in verband met Muharram, een soort rouwtraditie ter nagedachtenis aan imam Hossein ibni Ali. We krijgen eten en kletsen wat. Later op de avond gaan we even buurten bij het personeel van EMS, de ehbo-service van de overheid.
Na een prima nacht op zes kleden en onder onze donzen slaapzakken vertrekken we iets na zonsopgang rond zeven uur. We nemen afscheid van de mannen en genieten van windje mee. Daardoor konden we optimaal dalen, we zoefden vooruit. Rond de middag hadden we al 100 km gefietst. We lunchten in Mayamey en kregen brood en fruit van voorbijgangers. Daarna keerde de wind en ploeterden we verder. Vlak voor Sabsevar, onze eindbestemming, kreeg ik een lekke band. Blijkbaar was ik een spijker tegengekomen die het wel leuk vond om mee te reizen. Helaas heeft hij zijn tocht niet af kunnen maken:-). Onze hosts uit Semnan waren op weg naar Mashhad en toen ze ons zagen stopten ze. We ontmoeten Fatemehs zus en kletsten wat. Gezien de tijd en de wind moesten wij weer verder.
In Sabsevar stopten we op een kruising en we belden met onze host Ali. Het contact ervoor was steeds moeizaam omdat hij als expert in Engels ons Engels niet goed begreep en eigenlijk ook niet goed kon duidelijk maken wat hij bedoelde. In levende lijve ging het beter, maar het viel ons op dat hij vooral sprak in uit het hoofd geleerde zinnen. Echt horen wat wij zeiden deed hij niet. Ali kwam ons met een vriend ophalen. In de tussentijd waren wij de toeristische attractie van Sabsevar. Ali en zijn vriend kwamen ons gelukkig snel bevrijden. De vriend van Ali wilde graag op onze bepakte fiets rijden, dus zonder twijfel stond Angela haar fiets aan hem af en reed zij met Ali in de auto mee naar het huis van zijn vriend, Mehdi. Ik fietste met Mehdi de laatste vijf kilometer. Mehdi was helemaal uitgeput toen we bij zijn huis aankwamen.
We fristen ons op en na thee met koek lieten ze ons Sabsevar bij night zien. We reden rond in de auto en her en der maakten we foto’s. Daarna zochten ze klaarblijkelijk een restaurant maar vanwege Muharram was alles dicht. Maar vanwege het herdenksingsfeest werd er onderweg warme melk uitgedeeld aan automobilisten. Ali kocht ergens kebab voor ons en na het eten gingen we naar onze kamer om lekker te slapen.
Omdat we op tijd weg wilden hadden we afgesproken vroeg op te staan. We belden Ali maar wakker, want op de afgesproken tijd was hij nog niet te bekennen in de huiskamer. We kregen pap en reden daarna door het stadje op zoek naar een open winkel om nog wat boodschappen te doen. Toen we alles hadden, vertrokken we. We hadden een voorspoedige reis: windje mee en lekker fris. De laatste 25 km hadden we fikse tegenwind dus dat was nog hard werken. Uiteindelijk bereikten we Neyshabur vroeg maar doordat we in het stadje de verkeerde route volgden duurde het nog even voor we onze host, Yaser, vonden. We ontmoetten nu ook eindelijk een vervelende Iranier: de man leek aangeschoten en wilde, net als iedereen, weten waar we vandaan kwamen. Hij gaf mij een hand en wilde dat bij Angela ook. Die was daar echter niet van gediend, want dat hoort niet en ze was aan het bellen met Yaser. Daarop begon de man aan haar hand te trekken en maakte ik hem duidelijk dat hij met zijn handen van haar moest afblijven. Uiteindelijk droop hij af. Yaser leidde ons naar de goede plek, zodat we elkaar vonden en hij ons naar zijn huis kon brengen. Terwijl wij wat konden rusten en ons konden opfrissen, ging hij naar zijn ouders. Dan hadden wij wat privacy! Aan het eind van middag gingen we met hem een een vriend via de lekkernijenwinkel waar zij gebakjes kochten naar een vriendin. Meteen viel Angela op dat zij geen hoofddoek droeg. Het was er gezellig.
Onderweg in de auto erheen kregen we vanwege Muharram puddinkjes aangeboden (dit keer geen warme melk), erg lekker. Yaser was niet gewend maaltijden te koken voor het avondeten, maar we aten een heerlijke ragout met gebakken eieren en brood. Het smaakte goed. Om ons een goede nachtrust te bezorgen sliep Yaser bij zijn ouders en konden wij gebruik maken van zijn huisje.
Yaser fietste de volgende dag een stuk met ons mee op weg naar Mashhad.
Het was een bewolkte dag, maar prima fietsweer. We lunchten bij een een benzinepomp. De bediende sommeerde ons binnen bij de kachel te gaan zitten, want het was maar koud buiten. Zo zaten we romantisch met ons brood en beleg op een kleed voor de kachel. Heerlijk. Iets later stopten we om onze regenjassen aan te doen; het miezerde wat maar het was vooral koud. Twee auto’s reden naar ons toe en Aghigh en haar familie stapte uit. We kletsten wat, kregen fruit en lekkers toegestopt en werden uitgenodigd in Mashhad te komen logeren. Omdat we al een afspraak met een host hadden, noteerden we wel het nummer maar sloegen het aanbod af. Via de oude weg door de heuvels fietsten we een prachtige route naar Mashhad.
Weer een heel boeiend verhaal.
Ik vraag me af of iedere lezer van jullie website weet dat er onderaan de pagina uit meerdere “bladzijdes”is te kiezen, aangezien er nu ineens heel veel verhalen tegelijk binnenkomen die niet allemaal op de 1e pagina zullen staan.