Thuis in Tabriz
Na een lange dag fietsen bereiken we Tabriz, net voor zonsondergang. Tabriz is een veel grotere stad dan we verwacht hadden. Het is de op drie na grootste stad van Iran en heeft ongeveer 1,5 miljoen inwoners. Ons Perzisch en Farsi zijn nog onderontwikkeld waardoor borden moeilijk te lezen zijn. Gelukkig zijn er ook met een Engelse vertaling, maar het centrum vinden vergt meer inspanningen. We vragen onderweg de route naar het Saatplein waar ons hotel in de buurt moet zijn. Volgens mij doen we meteen een rondje sightseeing, maar in het donker komen we dan toch aan bij het Golshan-hotel. Het voldoet niet echt aan onze ideeën, maar we willen niet verder zoeken en nemen genoegen met de eenvoudige kamer vol met vochtplekken en urinelucht (blijkbaar was de afvoer niet goed afgesloten) en zonder ontbijt.
We hadden de volgende ochtend om 10u afgesproken met Fereshte (mijn Iraanse naamgenoot), de studente die ons in Maku had aangesproken. Ze kwam ons ophalen met haar oudere broer, onze chauffeur:-) voor die dag. Wij hadden nog geen ontbijt gehad, want ons timemanagement was eventjes niet op orde. Onderweg aten we daarom wat cake.
We bezochten eerst het historisch museum. De broer onderhandelde over de toeristenprijs, want wij zou eigenlijk 100000 rial moeten betalen per persoon, wat erg hoog is (ongeveer 2,50 euro). Hij kreeg het voor elkaar dat we twee-voor-de-prijs-van-een naar binnen mochten. Na het museum wandelden we naar de blauwe moskee.
Deze moskee is in de vijftiende eeuw gebouwd, maar is door aardbevingen in de achttiende eeuw ingestort. Alleen de originele poort met blauwe tegeltjes is overgebleven. Aan het begin van de twintigste eeuw is de moskee herbouwd. Ook bezochten we Shams-i Tabrizi tombe, een gedenkplaats waar belangrijke dichters van Perzië begraven liggen. Het was een interessante plaats, waar je langs de tombes met afbeeldingen van de dichters loopt, terwijl je voordrachten van de meeste bekende gedichten hoort.
We dronken wat thee in het park ernaast en daarna reden we naar de Ark van Tabriz, een overblijfsel van een belangrijke moskee uit de dertiende eeuw. Hoe mensen toentertijd zulke grote gebouwen konden bouwen, blijft voor mij nog steeds een raadsel. Naast de ark is de nu centrale moskee, maar vanwege een religieuze bijeenkomst konden we deze niet bezichtigen. Vrouwen in chadors haastten zich naar binnen, maar wij werden snel naar buiten gedirigeerd.
We namen afscheid van Fereshtes broer, want hij moest naar zijn werk. Wij lunchten in een traditioneel restaurant, waar we rijst met kebab aten.
Fereshte nodigde ons uit bij haar te komen logeren, dus we gingen op weg naar ons hotel om te vragen of we op dat tijdstip van de dag nog mochten uitchecken. Onderweg werden we aangesproken door een andere studente, Mahboob. Zij nodigde ons direct uit bij haar thuis (maar wij hadden al een lieve host). Toen dat niet kon, wilde ze ons wel meenemen naar Kandovan, een bergdorpje met huisjes gemaakt in de ge-erodiseerde rotsen. We spraken af dat we de volgende dag met haar zouden mee gaan, een vriend van haar kon ons wel brengen met zijn auto.
Wij fietsten naar het huis van Fereshtes familie, in het oosten van de stad. We dronken thee en kletsten gezellig. Een goede vriendin kwam ook en samen gingen we naar het El Goli-park, zo’n kwartiertje lopen.
Het werd al donker, waardoor het park met al de lampjes en de vele mensen heel gezellig was. We wandelen rond het meer, namen foto’s van het oude paleis en aten suikerspin en ijs.
Wat hadden we het gezellig met z’n vieren! Na een uurtje gingen we naar huis en maakten zij salade voor ons.
’s Avonds ontmoeten we de ouders, die met spoed naar een begrafenis moesten (er was een familielid overleden en dan zijn er bijeenkomsten op de eerste, derde, zevende en de veertigste dag om met elkaar te rouwen). Wat een ontzettend lieve en leuke mensen. We voelden ons echt thuis. Wederom waren de mensen zeer gastvrij, want wij kregen de kamer van Fereshtes ouders, die bij hun dochter op de kamer sliepen.
Na een ontspannende nacht stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar. Samen met Feresthe en een vriend van haar broer gingen we met de bus naar de bazaar. In een bus in Iran zitten de mannen voorin en vrouwen moeten achterin zitten. Mijn mond viel open toen drie dames, die op de stoelen naast de achterdeur zaten (waar bij ons meestal plek is voor rolstoelen en kinderwagens), door oude heren weggestuurd werden: zij hoorden achterin en de plaatsen waren voor de mannen. De vrouwen stonden ook nog echt op en verplaatsten zich naar de achterste bank! Ik was met stomheid geslagen. Dat dit werkelijk bestaat.
Op de bazaar gingen we op zoek naar een wisselkantoor. Vanuit het toeristenbureau kwam een gladjak aangesneld die ons de weg wel kon wijzen. Fereshte en ik voelden ons bij hem niet op ons gemak, maar we gingen toch maar mee. We waren immers met ons vieren. We gingen niet akkoord met het bedrag dat de man voorstelde en liepen weg. We wandelden over de bazaar. Deze is een van de grootste en oudste van het Midden-Oosten. Hij is wel drie vierkante km groot. Bijzonder zijn de plafonds met gotische bogen. De bazaar is vooral bekend vanwege de verkoop van zijden tapijten. Daar zijn veel mensen erg rijk van geworden!
Later wisselde Feresthe bij een betrouwbaar ogend kantoortje tegen een zeer gunstige prijs euro’s voor rial. Haar vader had ons geadviseerd dus we durfden het wel aan. Nu hadden wij weer voldoende geld om tot Tehran te kunnen reizen.
Voor ons ook confronterend dat Fereshte ons vroeg te zeggen dat we haar niet kenden en dat zij ons alleen de weg wees, wanneer iemand erom zou vragen. Het kon voor haar als voor ons gevaarlijk zijn als men zou weten dat we vrienden zijn of bij haar logeren. Niemand vroeg ons ernaar, maar toch…
We lunchten met z’n vieren bij de pizzeria en daarna ontmoetten wij Mahboob, die een taxi had geregeld om ons naar Kandovan te rijden. De chauffeur reed goed, wat geen overbodige luxe is op de weg in Iran. Hij vertelde ons over zijn leven, dat hij in scheiding lag, waar al zijn geld aan op ging en dat hij nu alleen woonde in een flatje zonder water, maar dat was volgens zijn huisbaas ook niet nodig, want de man was vrijgezel. Ach ja, het blijft een interessante cultuur.
Kandovan is een erg bijzonder stadje. Dat mensen in zulke kleine huisjes wonen. Het was heel speciaal daar rond te lopen en te klimmen. In sommige huisjes kon je binnen kijken en souvenirs kopen.
’s Avonds bakten wij pannenkoeken voor de familie. We smulden ervan. We kletsten nog gezellig. Helaas moesten we de volgende dag afscheid nemen: onze reis ging weer verder, Fereshte moest weer naar de universiteit.
Wat een hoop tegenstrijdigheden in zo’n land, maar misschien vinden ze dat bij ons ook. Vermoedelijk is de bazar wat groter dan 3m2 en bedoel je 3 km2
Wat een bijzonder boeiend verslag weer.
Ik heb zeker niet goed gelezen, want nu lees ik wel 3 km2.