Zuidoost-Vietnam
Het was leuk bij Ralph en zijn vrouw Ngha. Wat een heerlijk eten en aardige mensen. Ralph nam ons ’s middags mee zijn hondje uitlaten en vertelde van alles over de omgeving en de cultuur. De tweede dag zouden we niet veel doen. ’s Ochtends ontbeten we op de markt. Om 15.00u wilde ik toch wat gaan doen en ik besloot naar Nha Trang te gaan en een tempel en een boeddhabeeld te bezoeken.
De tempel viel wat tegen doordat er allerlei tenten omheen stonden vanwege een festival.
Er waren veel mensen op de been, wat het toch wel weer leuk maakte.
Bij de boeddha werd ik teruggefloten. Ik moest 10000 VND betalen om mijn fiets te stallen. Na tegensputteren werd het opeens 5000 VND inclusief entree. Ik geloofde er niets van en fietste weg. Vervolgens zette ik mijn fiets gewoon ergens anders neer. Ik ketende hem aan een hek vast en bekeek de enorme witte boeddha. Bij vertrek kon ik het niet nalaten even uitbundig te zwaaien naar het mannetje van de fietsenstalling.
Het heerlijke eten van Ngha is geweldig. Wat heb ik daarvan genoten. De twee dagen ervoor had ik amper gegeten. De pho (noedelsoep) was namelijk steeds op basis van vis, echt heel smerig. En het broodje ei was belegd met chili-saus, ook niet echt smakelijk.
Op de dag van vertrek bij Ralph ontbijten we ook weer met pho, maar deze is heerlijk. Het werd een warme maar zeer mooie dag langs de kust met uitzicht op groene bergen en kleurrijke bootjes. Voor de lunch hoopten we in Cam Ranh brood te vinden bij de Maximart. Helaas hebben ze dat niet en kopen we alleen drinken en yoghurt. 200 meter verder vinden we echter de C0.op en de Lotteria (een soort Vietnamese Mac). We eten een lekker burgertje met friet.
Vanwege de warmte namen we ’s middags nog maar een extra pauze.
In Phan Rang koerste ik naar een hotel (dat als aanrader in een boekje staat). Angela en mijn vader zijn bij aankomst geïrriteerd, dat ik niet bij een ander hotel gestopt was (1,7 km terug in het centrum). Als ze gewoon gestopt hadden, was ik vanzelf teruggekomen. Na ‘mijn’ hotel bekeken te hebben willen we de andere ook zien. Uiteindelijk gaan we toch naar de eerste. Pa en ik gaan op zoek naar de Co.op, maar als inwoners aangeven dat het nog 3 km lopen is, houden we het voor gezien en doen inkopen op een lokale markt. We aten een lekker broodje ei. Pa maakte de verse ananas voor ons klaar.
De volgende ochtend had ik een baalochtend: muziek kopiëren naar mijn mp3-speler lukt niet en ook blijkt dat ik de koelkast de avond ervoor eruit getrokken heb: geen koude colaatjes vandaag. ’s Ochtends bekijken pa en ik twee chamtorens. De beveiliger wil weer op onze fietsen passen. Hij blijkt verrassend wat Engels te spreken en vindt het goed dat Angela zelf -op het terrein zelf- op de fietsen let. De chamtorens blijken bewoond te zijn door vleermuizen.
De omgeving verandert, van zandduinen naar steeds meer rotsen en woestijnachtige omgeving. De temperatuur wordt ook steeds hoger.
In Phan Ri zochten we een hotel, dat we niet vonden. We fietsten het hele dorp rond en vonden uiteindelijk een guesthouse (met airco en fan). We eten ’s avonds gebakken rijst bij de toko ernaast.